Download hier de kaart:
Start vanaf de parkeerplaats.
Links ziet u een jonge Ginkgo biloba, een Japanse tempelboom. Dit is een van de oudst bekende bomen van de wereld.
Ze worden ingedeeld bij de coniferen (naaktzadigen). Hun naalden zijn vergroeid tot waaiers. Er zijn mannelijke en vrouwelijke bomen
en ze zijn bladverliezend.
Naar rechts gaan. Op de hoek staat een Alnus cordata, een oer-Hollandse els. Het hout werd vroeger in de
bouw gebruikt voor heipalen, ze kunnen 100 tot 125 jaar oud worden. De boom ernaast is een Prunus avium de zoete kers. De sierkersen
zijn een grote familie vanwege hun prachtige bloei, deze word veel gebruikt als onderstam. Ernaast staan nog 2 Prunussen, ditmaal zonder stam,
ze bloeien over de hele lengte en worden daarom wel Melkweg genoemd het is de Prunus amanogawa.
We gaan het hek door naar de overkant.
Hier passeren we de oudste boom van het park Populus alba, hij stond er al voordat ze met het park begonnen. Een populier was echt om te gebruiken, voor klompen, fineer, lucifers enz. Nu wordt hij vaak gebruikt als vulhout omdat ze zo hard groeien. Rechts voor het laatste gebouwtje staat nog een kleine bolvormige boom met de mooie naam Prunus eminensis Umbraculifera. Rechts staat een zomereik Quercus rober.
Rechtdoor valt natuurlijk de treurwilg Salix pendula op, ondanks zijn breuk gevoeligheid bij storm een monumentale boom. Rechts ernaast staan een paar Liquidambar styraciflua, amberbomen, beroemd om hun prachtige herfstkleuren.
We gaan naar rechts langs de vijver, daar staan een paar berken Betula nigra en iets verder staat een
roodbladige hazelnoot Corylus maxima purpurea.
Bijzonder is dat ook de noothulzen rood gekleurd zijn, het maakt de vogels niets uit, ze lusten ze net zo graag.
Dankzij de muizen hebben we er nu meerdere over het terrein verspreid.
Tegen het gebouwtje van de inkoop staat een
meelbes, Sorbus aria, iets minder bekend dan de lijsterbes Sorbus aucuparia.
Hij is een beetje laag omdat hij op de verkeerde onderstam is geënt maar ja dat zie je niet bij de koop.
Aan de rechterkant staan een paar bijenkorven, er wordt nog aan een aantrekkelijke omgeving gewerkt. Links een paar iepen Ulmus x hollandica, onze bekende grachtenboom. Het grootste deel van het middenstuk bestaat uit iepen, eiken, essen en esdoorn. De laatste twee produceren enorme hoeveelheden zaad, die moeten we in de gaten houden. Voor je het weet heb je een aantal bomen in de tuin. Halverwege tegen het grasveld staat nog een flinke populier in het Hollands een witte abeel, een geliefd puzzelwoord. Aan het eind van dit pad staat in tuin 14 een zwarte berk en aan de overzijde in tuin 13 een Liriodendron tulpifera, de tulpenboom, zo genoemd naar de vorm van het blad dat op een gestileerde tulp lijkt, mooie oranje geelgroene bloem. Ernaast een walnoot Juglans regia maar omdat hij nog steeds geen noten gaf is hij ingekort.
U kunt hier kiezen voor een korte route rechtdoor of een langere naar rechts.
In het voorjaar bloeit de kievitsbloem hier in het gras, ze worden in Nederland in het wild zeldzaam omdat ze ook in de zomer in een vochtige grond willen staan.
Op de hoek van tuin 11 staat een Cotoneaster salicifolia, een geweldige besheester, die helaas flink geleden heeft onder de bacterievuurziekte die een jaar of 20 geleden in Europa woedde. Daarna konden ze ook jaren niet worden gekweekt. Deze heeft het overleeft en gelukkig zie je ze nu weer wat komen. Op de volgende tuin staat een kleine brede boom dat is een Cercidiphyllum japonicum met mooie bladvorm. Naast het huisje staat een witte regen Wisteria floribunda Alba. Dit is geen boom maar een klimplant als boom gesnoeid hij krijgt geen echte stam. Bij nr.10 een Malus, een sierappel, en middenin een Larix, een naaldboom die ‘s winters zijn naalden verliest. Links van u staan een paar iepen en net daarvoor een Acer platanoïdes, een dichte kroon maar het voortzaaien is gelukkig een stuk minder dan de Acer pseudoplatanus die tegen de graskant staan. Verderop staat een mooie zomereik Quercus rober, hij heeft de ruimte, dus heeft zich mooi ontwikkeld. Hier komen de routes weer samen.
U gaat naar rechts, bij nr. 15 buigt een mooie Malus floribunda over de haag. Aan de rechter kant bij tuin 18 is een Clematis montana (roze)
in een grote spar gegroeid een spectaculair gezicht in de bloeitijd.
We gaan linksaf nr. 36 heeft een mooie bostuin gemaakt. Klein stukje naar links bij nr.39 en rechts een mooie
berk met een witte stam.
Aan de andere kant nr.34 een Cotoneaster salicifolia een prachtige besheester,
daarnaast een Malus x purpurea een sierappel, en in tuin 32 een Sorbes intermedia,
Zweedse meelbes.
Even terug naar de kruising naar links voor onze knotwilgen laan die aan het eind van deze
weg begint. De wilgen worden door ons geknot, maar de natuur heeft ze eigen vormen gegeven met een eigen microklimaat.
De holtes worden druk bezocht door insecten en dus ook door vogels.
Je blijft je verbazen dat ze nog zo lang blijven staan. Tien jaar geleden dachten we al dat ze snel dood zouden gaan daarom
zijn er Amalanchiers (krentenbloesem) tussen geplant.
Bij de bocht staat een Alnus cordata, een els, daarnaast bij nr.49 staat een beuk Fagus silvatica niet echt een boom voor een kleine tuin, hij wordt 30m hoog en zeer breed omdat hij zijn stam beschermt tegen zonlicht. Hier staat hij goed op het oosten waardoor er weinig last is van schaduw. De heesters rechts zijn Deutzia’s. Rechtdoor staan nog meer knotwilgen met vreemde vormen. Om de hoek, als u in het najaar bent, een mooie heester in rode najaarskleur een kardinaalsmuts Euonymus. Tegen de waterkant staan een paar Malussen. Vroeger was hier een dam voor de oversteek naar de andere helft die er een paar jaar later bijgekomen is. Er waren toen nog geen hekken nodig, helaas goede oude tijd. Tegenover de toegang van nr. 21 staat een gouden regen Laburnum anagyroidus. Dit is geen familie van de blauwe of witte regen dat zijn klimplanten alleen de vorm van de bloem komt overeen. De roodbladige iets verder is een Prunus nigra.
Waar de routes weer samenkomen: het stuk waar u nu tegen aankijkt ziet wat kaal er zijn een aantal iepen gesneuveld door de iepenziekte. Je kunt het aan de overige eiken goed zien, met elkaar vormden ze een mooi bos maar alleen zijn ze uit model en komt het vrijwel niet bij. Ook de essen Fraxinus excelsior die rond het kruispunt staan zijn een apart model geworden. Als solitair zijn het brede bomen, je kunt ze buiten langs het fietspad zien, maar hier zijn ze door lichtgebrek hoog en smal geworden. Het hout word o.a. voor de stelen van tuingereedschap gebruikt, het is mooi glad.
We gaan weer oversteken naar de andere helft en dan naar rechts.
Allereerst de Acer, hier kun je goed zien hoe bomen groeien als ze
solitair staan.
De volgende is een wilde appel de vruchten zijn maar klein.
Wandel gewoon rechtdoor en geniet van wat u ziet. Bij de kruising begint de fruit en kruidentuin.
Rechts staat een Prunus padus
de vogelkers, daarnaast een peterselievlier Sambucus laciniata
en dan een donkerbladige Prunus cerasifera atropurpurea. Bij de tweede tuin links
(nr.91) staat een prachtige roze Magnolia en er tegenover
op de hoek van de fruittuin de meest voorkomende Magnolia soulangeana. In het Nederlands heten ze
Beverboom, geen tulpenboom. Bij nr.92 staat een Ginkgo biloba en er schuin tegenover 2 grote
beuken. Weer terug op de andere hoek tegen tuin 127 aan staat een zeldzame boom het is een
kastanje zonder stam Aesculus parviflora, de bloemen zijn lange smalle pluimen en
de meeldraden steken uit. Vanaf hier zijn we al enige jaren geleden begonnen het extra aantrekkelijk te maken voor vogels en insecten.
De hagen als schuilplaats en vruchtdragende bomen, zoals de meelbes,
sierpeer, sierappel en ook met hakselpaden. Voorbij de lantaarnpaal rosa rugosa
voor de bottels en de wilgen om vroeg in het
voorjaar stuifmeel aan te bieden. Ook weer coniferen om te schuilen. Langs de weg staat de appelbes
Aronia, meidoorn Crateaegus, zuurbes
Berberis thunbergii aurea, daar achter nog weer rode bessen. Als u in het najaar bent, de fel
gekleurde boom in tuin 109 is een Liquidambar styraciflua. Voorbij het eilandje en de Acer’s een stukje wild gebied met
groot hoefblad, de boompjes ertussen zijn Rhus typhina, de fluweelboom,
de jonge stelen zijn zacht behaard. Dan de rotstuin onder de wilde appelboom en een ooievaarsnest,
voorlopig verkiezen ze nog aan de overkant bij het meertje te gaan nestelen, maar wie weet in de toekomst. Aan het einde nog een paar
Viburnums die goed bes geven. Om de hoek een Prunussenlaan, helaas aan het eind van hun levensloop dus worden ze vervangen.
Bij het bruggetje kunt u kiezen, brug over recreatiegebied
in of linksaf nog een wandeling tussen de tuinen door.
U komt dan weer bij de parkeerplaats uit. Wij wensen u veel wandel plezier.
Samenstelling: Wil Meijer.
Datum | Omschrijving |
---|